Op een normale zondag zorgt het betreden van de ruimte van de kerk bijna vanzelf voor de juiste sfeer. Het brengt je in de ‘stemming’ om Gods Woord te horen, Christus te ontmoeten. Nu het gebouw gesloten is, zullen we dus zelf moeten zorgen voor de juiste stemming. De teksten en de muziek die we u aanbieden, kunnen u helpen. Ze proberen elk op eigen wijze ‘de weg naar binnen’ te openen. Wie z’n innerlijk leven goed verzorgt, kan ook in het gewone leven tegen een stootje.
Orgel: Liebster Jesu wir sind hier (J.S. Bach)
Hieronder kunt u het gezang lezen waarop de compositie van Bach is gebaseerd. Een echt lied voor de zondagmorgen, een gezongen gebed bij de ‘opening van het Woord’. De tweede strofe is een gebed om ‘Verlichting’: hoe scherpzinnig het menselijke verstand ook is, hoeveel de wetenschap ook weet, om het ‘goede te doen’ is er nog net iets meer nodig: een innerlijk licht… U kunt dat mystiek invullen, of spiritueel, maar ook gewoon: menselijk. Naast het analyserende verstand bestaat er ook nog ziets als een ‘vernehmende Vernunft’ (onvertaalbaar, maar misschien zou het een “luisterende wijsheid” kunnen noemen). De liedcomponist (J.R. Ahle) meldt over de melodie dat hij ‘vooral op de lieflijkheid heeft gelet, zodat ook eenvoudige mensen deze goede woorden zich gemakkelijk kunnen toe-eigenen’. Gelukt, zou ik denken.
Gebed
Here Jezus, om uw woord zijn wij hier bijeengekomen. Laat in ‘t hart dat naar U hoort uw genade binnenstromen. Heilig ons, dat wij U geven hart en ziel en heel ons leven. | Liebster Jesu, wir sind hier, Dich und Dein Wort anzuhören; lenke Sinnen und Begier hin auf Dich und Deine Lehren, dass die Herzen von der Erden ganz zu Dir gezogen werden. |
Ons gevoel en ons verstand zijn, o Heer, zo zonder klaarheid, als uw Geest de nacht niet bant, ons niet stelt in ‘t licht der waarheid. ‘t Goede denken, doen en dichten moet Gij zelf in ons verrichten. | Unser Wissen und Verstand ist mit Finsternis verhüllet, wo nicht Deines Geistes Hand uns mit hellem Licht erfüllet; Gutes denken, tun und dichten musst Du selbst in uns verrichten. |
O Gij glans der heerlijkheid, licht uit licht, uit God geboren, maak ons voor uw heil bereid, open hart en mond en oren, dat ons bidden en ons zingen tot de hemel door mag dringen. | O Du Glanz der Herrlichkeit, Licht vom Licht, aus Gott geboren, mach uns allesamt bereit, öffne Herzen, Mund und Ohren; unser Bitten, Flehn und Singen lass, Herr Jesu, wohl gelingen. |
Evangelielezing: Johannes 10
Jezus sprak:
‘Waarachtig, Ik verzeker u: wie de schaapskooi niet binnengaat door de deur maar ergens anders naar binnen klimt, is een dief of een rover. Wie door de deur naar binnen gaat, is de herder van de schapen. Voor hem doet de bewaker open. De schapen luisteren naar zijn stem, hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. Wanneer hij al zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen. Iemand anders volgen ze niet, ze lopen juist van hem weg omdat ze de stem van een vreemde niet kennen.’
Jezus vertelde hun deze gelijkenis, maar ze begrepen niet wat Hij bedoelde. Hij ging verder: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: Ik ben de deur voor de schapen. Wie vóór mij kwamen waren allemaal dieven en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd. Ik ben de deur: wanneer iemand door mij binnenkomt zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen, en hij zal weidegrond vinden. Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar Ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid.’
Meditatie: Open de deur naar je eigen innerlijke ruimte
Bezinning bij de 4de PAASZONDAG – St. Norbertus door Lucas Lissnyder, pastor.
De lockdown waar we nu in leven doet mij sterk denken aan mijn eerste jaar noviciaat in de abdij, zoveel jaar geleden. Een jaar van bezinning, van ingroeien in de gemeenschap en een zeer gestructureerd gebedsleven zowel privé als gemeenschappelijk. De muren van de abdij vormden mijn gezichtseinder; daarbuiten kwam ik niet langer meer.
De novicen hadden ook een eigen kleine kapel op de noviciaatsgang waar alleen de eerstejaars kwamen. Rondom de deurstijl stond in gotische letter geschreven:” Ik ben de deur; wie door mij binnengaat zal worden gered.” Het is de evangelietekst van deze Paaszondag. Zo werden we uitgenodigd om ons te bekleden met de nieuwe mens, een kerklied dat we zo vaak gezongen hebben. Maar om daar aan toe te komen moet je eerst door je eigen deur binnen gaan. Je eigen innerlijke ruimte betreden en er goed rondkijken naar wat daar leeft.
Vele jaren later stelde ik wel eens de vraag aan groepen voor geloofsverdieping om te vertellen hoe hun innerlijke ruimte eruitzag? De soms aarzelende antwoorden waren zeer divers en uiteenlopend. In plaats van een beschrijving te geven is het makkelijker om een beeld te gebruiken voor die innerlijke ruimte. Zo herinner ik mij een aantal van die beelden zoals: “Een eindeloze oceaan met roofvissen op de loer, prachtige kleuren en zeer duistere afgelegen vlakten”; of “ Een afgesloten tuin met rozen en allerlei bloemen en ook braakliggende grond vol onkruid” of “ Een huis met vele kamers waarvan sommige afgesloten zijn omdat ik er niet naar binnen durf”; of nog “ Een verwilderd en verdord park waar stilte heerst”. Deze laatste dame had ooit een kindje verloren aan Wiegedood.
Wie door Jezus’ deur naar binnen gaat komt natuurlijk ook in zijn eigen innerlijke ruimte terecht. Maar Jezus gaat dan mee. Je hoeft dat dan niet langer alleen te doen. Op de moeilijke stukken van de weg kan Hij je dragen. Gesloten deuren kan Hij voor je open maken. Dorre grond kan Hij bezaaien…. De Dame met het gestorven kindje getuigde maanden later dat zij nu ervaarde dat haar jongetje veilig was aangekomen en rustte in Jezus’ armen.
“Ik sta aan de deur en klop”, zegt Jezus. Aan ons om Hem binnen te laten en Hem mee te nemen op levensavontuur. Een avontuur dat nooit eindigt want ook de laatste deur opent Hij voor ons, met uitzicht op het paradijs.
Laten we in deze tijd en in het licht van Pasen, ook onze innerlijkheid verkennen en als het kan Jezus uitnodigen om mee naar binnen te gaan. Goede reis.
Gedicht: De langste reis (Dag Hammarskjöld)
De langste reis is de reis naar binnen. Wie zijn lot gekozen heeft, en de tocht begonnen is op zoek naar zijn eigen bodem (is er een bodem ?). Hij leeft nog midden onder u maar staat ook buiten het leven, geïsoleerd in uw gevoel zoals een ter dood veroordeelde of zoals hij, wiens naderend afscheid hem al van tevoren toewijdt aan de uiteindelijke eenzaamheid van ieder mens. Tussen u en hem is afstand, onzekerheid — omzien. Hij zelf zal u zien, almaar verder weg, de lokroep van uw stemmen horen, steeds zwakker. | The longest journey Is the journey inwards. Of him who has chosen his destiny, Who has started upon his quest For the source of his being (Is there a source?). He is still with you, But without relation, Isolated in your feeling Like one condemned to death Or one whom imminent farewell Prematurely dedicates To the loneliness which is the final lot of all. Between you and him is distance, Uncertainty — Care. He will see you withdrawing, Further and further, Hear your voices fainting, Fainter and fainter. |
Korte toelichting : Na het overlijden van Dag Hammarskjöld (1905-1961 – secretaris-generaal van de VN) werd een dagboek gevonden. Daaruit bleek – tot verbazing van velen – dat deze topdiplomaat er een rijk innnerlijk leven op nahield. De notities werden in 1963 door W.H. Auden gepubliceerd onder de titel: Markings. Zelf typeerde Hammarskjöld zijn notities (in een ongedateerde brief die bij het typoscript zat) als: ‘…een soort witboek over mijn onderhandelingen met mijzelf – en met God’. Dit gedicht dateert uit de tijd vlak voor hij het ambt van secretaris-generaal kreeg aanvaardde. Het dagboek schetst een mens, die de kracht om het vol te houden in zijn publieke functie (hij zag het als een ‘ambt’) put uit een diep innerlijk leven. Meer info: https://blog.wursten.be/dag-hammarskjold/
Goede reis en hopelijk tot spoedig ziens…