Bach’s Calov bijbel: uitgeschreven notities en aanvullingen

Bach’s exemplaar van de Calov-bijbel staat vol – nìet met persoonlijke opmerkingen, maar – met tekstmarkeringen van de hand van Bach… èn 4 opmerkingen over (kerk)muziek. De aandacht gaat bijna altijd naar die vier notities (en die zijn interessant), maar eigenlijk zijn die tekstmarkeringen ook wel fascinerend. Ze verraden namelijk wat Bach trof/aansprak terwijl hij de Bijbel las. Of beter: wanneer hij door Luther’s bril de Bijbel aan het bestuderen is. Want wat wij de ‘Bach-bijbel’ noemen is eigenlijk een doorlopend bijbelcommentaar van Luther, aangevuld met exegetische opmerkingen van prof. Abraham Calov (tevens ‘compilator’, redacteur, 1681-2). Het zijn drie volumineuze folianten, met in totaal 4.500 pagina’s. En let wel: voor beide heren was theologie vooral een praktische zaak… De onderlijningen en de NB in de kantlijn op de bladzij hieronder gaan bijv. over hoe je het best het openbare leven organiseert, en over de omgang met een slechte ‘overheid’. Altijd actueel.

Markering van Bach bij Luther’s uitleg van Prediker 10: 18-20 (Calov vol. I, boek 2, col. 112–1130) – foto: Van Wijnen facsimile 2017

Meelezen met Bach

In deze commentaren, excerpten, exegetische aantekeningen heeft Bach dus met inktpen ijverig zitten schrijven, m.n. middels onderstrepingen, streepjes in de kantlijn, en af en toe een NB. En heel af en toe zelfs een korte opmerking (boeiend – zie verderop).
Het bovenstaande voorbeeld (Prediker 10 hier de tekst) bevat alle drie de soorten. Zoals u ziet staan de krabbels niet bij de bijbeltekst (vetgedrukt en groot), maar bij de toelichting.

Verder zijn er heel veel correcties van drukfouten. Bach hield er blijkbaar niet van om evidente fouten in een gedrukte tekst te laten staan. Dus verbeterde hij ze, ook al moest hij daarvoor soms hele weggevallen zinsdelen invoegen. Hij deed dat niet planmatig, systematisch (om het verbeteren zelf), maar en passant, d.w.z. tijdens het lezen (of tijdens het horen voorlezen, ook dat is niet onvoorstelbaar binnen een doorsnee Lutherse huisliturgie).

Als we de simpele correcties weglaten, blijven er nog altijd zo’n 400 gemarkeerde passages over. (hier alle passages vertaald in het Engels met toelichting en afbeeldingen) Dat is interessant. We kunnen zien wat Bach heeft geraakt/getriggerd. We moeten ons niet verkijken op de het feit dat er zo’n 65 geschreven notities in de kantlijn staan, omdat ook dat grotendeels stukken ontbrekende tekst (zijn woorden, zinsdelen), die Bach invoegt (vaak met gebruikmaking van ‘scribal marks’ om de plek van invoeging aan te duiden).

De vier opmerkingen over muziek

Deze vier opmerkingen zijn bekend sinds 1969 (Chr. Trautmann) en worden veelvoudig geciteerd en becommentarieerd – met wisselende deskundigheid. De teleurstelling van de musicologen was dat er verder dus niets te vinden over muziek, of over concrete composities. Musicologen suggereren wel eens wat anders, maar dat is meestal projectie en nattevingerwerk. Ik heb ze hier uitgebreidbesproken (met afbeeldingen).

Op deze pagina beperk ik me tot een transcriptie en een contextuele duiding.
Zeker de drie uit Kronieken zijn voor-beelden, pre-figuraties, types die iets zeggen over hoe de echte (kerk)muziek moet zijn: grondslag (wahres Fundament), ordening (Verordiniert), en werking (Gnadengegenwart). Deze drie kun je een Lesefrucht noemen (in tegenstelling tot de rest die Lesespuren zijn, verhelderende termen van Renate Steiger). Zij vatten het reflectie-proces dat de gelezen tekst heeft opgeroepen samen. Dat zijn dus intrigerende notities: cassant, gebald, heel precies geformuleerd. Waarom schreef Bach ze hier op? In dit persoonlijk document? (H-J. Schulze suggereert: het resultaat van reflectie in de jaren 1740: soort balansopmaking ‘wat heb ik eigenlijk gedaan?’ Martin Petzoldt toch ook iets van reflectie en zelf-bevestiging.). De eerste notitie (Exodus 20:15) lijkt meer een observatie. Ze lijkt getriggerd door het commentaar, waar de antifonale, responsoriale muziek met de tekst wordt verbonden…

  1. Exodus 15:20 ‘NB. Erstes Vorspiel, auf 2 Chören zur Ehre Gottes zu musiciren. Deze nota staat bij het loflied van Mozes en Miriam, om precies te zijn bij het moment waar MIriam ‘antwoordt‘ op het lied van Mozes, door het refrein te citeren en met muziekinstrumenten en reidans kracht bij te zetten. In het commentaar vallen de termen ‘echo’ en ‘responsorium’. Vorspiel in de zin van ‘preludium’ (muziekstuk dat voorafgaat aan de hoofdmuziek) past hier niet echt goed (dan is het eerder een nach-spiel – Mozes was begonnen in vers 1. Anderen suggereren dit te horen als ‘anti-foon’ (het woord ‘responsorium’ valt ook in de toelichitng). Vorspiel kan echter ook als Vor-bild verstaan worden. Dan past het bij de typologische duiding van het OT. Zie de volgende opmerkingen bij Kronieken. Een andere optie is dat Voor-spel hier beïnvloedt is door ‘voor-spelen’ (Duits en Nederlands mogelijk): laten horen, tot klinken brengen. Dan wordt de betekenis: ‘De eerste keer dat een 2-korig werk wordt uitgevoerd’. Meer in het Engels (volledige context) – of in het Nederlands
    .
  2. I Kronieken 25[26]: ‘NB. Dieses Capitel ist das wahre Fundament aller Gottgefälligen Kirchen Music. etc.‘ Dit staat bij het begin van het hoofdstuk. David is [vanaf hoofdstuk 23] bezig de organisatie van de tempeldienst te regelen (tot hoofdstuk 28). In hoofdstuk 25 is de muzikale organisatie van de tempeldienst aan de orde. Het gaat hier om het ‘ambt’ van tempelzanger (dit begrip omvat ook de instrumentisten), muzikanten die vrijgesteld zijn om te zingen en te spelen tot eer van God. Zijn worden ‘profeten’ genoemd. Zij verkondigen het Woord Gods (in muzikale taal). Meer kunt u hier lezen (NL)
  3. II Kronieken 28[29]: ‘Ein herrlicher Beweiß, daß neben anderen Anstalten des Gottesdienstes, besonders auch die Musica von Gottes Geist durch David mit angeordnet worden.‘ Dit vers besluit het hoofdstuk, waarin David zijn taken aan Salomo overdraagt. De slotzin is een bemoediging: Salomo moet niet aarzelen voor alle onderdelen van de tempeldienst een beroep te doen op de priesters, Levieten en andere kundige lieden. Zij zullen zijn bevelen opvolgen. Dat is hun ambt. Zo heeft God dat ‘geordend’: Siehe da die Ordnung. Calov (Luther?) haakt in op deze passage om nog eens te onderlijnen dat David (en Salomo) bij de bouw van de tempel en de organisatie van de eredienst niet eigenwillig te werk zijn gegaan, maar ook hier gehandeld hebben volgens Gods expliciete aanwijzingen, bemiddeld door de heilige Geest. De tempeldienst is dus ‘exemplarisch’, voorbeeldig, een eeuwig model. Meer kunt u hier lezen
  4. II Kron 5:13: ‘NB. Bey einer andächtigen Musique ist allezeit Gott mit seiner Gnadengegenwart.‘ De link met de bijbeltekst is duidelijk. Daar wordt verteld hoe God ‘zijn intrek neemt’ in de tempel, gesymboliseerd door de neerdalende wolk (nevel)…terwijl de priester op de bazuinen blazen en Gods goedertierenheid proclameren/bezingen. De wolk is bekend: die trok mee met het volk vanuit Egypte (beschermend). Ze daalt nu onder feestmuziek (zang/instrumenten) neer op de tempel: God is tegenwoordig: ‘Gnadengegenwart’. Meer kunt u hier lezen.
    De term ‘Gnadengegenwart’ is sterk theologisch bepaald. In de hemel zien wij God ‘van aangezicht tot aangezicht. In de ‘tussentijd’ moeten we door de woestijn van het leven trekken. God laat ons echter niet alleen, met ‘wolkkolom’ en ‘vuur/lichtzuil’. (Hij spreidde een wolk uit om hen te bedekken en gaf vuur om de nacht te verlichten.(Psalm 105:39, zie Ex. 13:21-22) Dat is zijn ‘Tegenwoordigheid’. Hebreeuws/Joods: Sjechina. In de christelijke theologie van Luther c.s. is dat gepersonifieerd: Christus trekt met ons mee, geestelijk-reëel.

De overige handgeschreven notities (10 stuks)

Als we alle correcties (hetzij simpele, hetzij complexere) buiten beschouwing laten, en de gemarkeerde tekstgedeelten voor studie afzonderen om eens rustig op ons gemak te gaan lezen en bestuderen in hun context (zonder vooraf geformuleerd doel; begrijpen is het doel) –  dan blijven er 10 notities over (voorzover ik kan zien) die de moeite van het bekijken waard zijn, omdat ze ‘iets van Bach’ zouden kunnen bevatten.

Zes expliciteringen

NB: geen nieuwe inzichten of zo afkomstig uit Bach’s brein/hoofd/hart, maar wel verheldering van wat er in de lopende tekst (Bijbel, Luther, Calov) staat: ordening, kwalificiering, geheugensteun bij het lezen.

  1. Zueignungsschrifft: vol I: Ψ 119 (identificatie van het citaat in de tekst als afkomstig uit Psalm 119)
  2. Exodus 28:20: ‘1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 0 11 12’. De 4×3 rijen edelstenen uit het borstschild van de Hogepriester worden in het commentaar deskundig toegelicht, en door Bach genummerd. (en volledige sectie ook gemarkeerd in de kantlijn. Met rode inkt). – Iets vergelijkbaars deed hij, zonder nummering, ook bij de diverse ‘specerijen’ in het reukoffer (Ex. )
  3. Prediker Vorrede: ‘ Summa Libris’ (aanduiding dat hier de hoofdsom/samenvatting van het boek staat)
  4. Joel 3:26[21] : ‘ Preces pro Ecclesia’. Hiermee expliciteert hij dat het lange citaat hier een gebed is (van Luther) voor de kerk. (categorie)
  5. Micha 17:20 ‘Gebeth’ idem voor een gebed van Hiëronymus dat hier geciteerd wordt (categorie)
  6. Daniel 12:7-12. Arabische cijfers (getallen van jaren die in de tekst verbaal worden genoemd worden met arabische cijfers in de kantlijn genoteerd).

Vier toevoegingen die een actie of reactie bevatten: ‘re-flectie’

Dat is dus wat anders dan een vermelding van een weggevallen tekst (die zijn er legio, maar die beschouw ik als correcties).

  1. Gen 26:33: ‘ Ungefehr 1 Stunde von Erfurth, ist ein Dorf so diesen Nahmen hat. usw.
    Dit staat naast de tekst van Luther, die een etymologische toelichting geeft op de naam ‘Saba’. Hij vindt de uitleg van de Joodse rabbi’s het meest overtuigend ‘Saba’ = bron van de eed. En meldt dan men bij Erfurt ook een bron zo genoemd heeft: ‘Schwereborn’ . Dat woord is onderstreept door Bach. Helder. Bach vult aan: en deelt mee hoever dat dorp met die naam ongeveer van Erfurt ligt: een uur te voet ca. 4-5 km dus. Klopt: Schwerborn heet het nu. De pointe: Schwereborn = bron van het ‘schweren’ = ‘schwören’ = bron van de eed.
  2. Ex. 38:29 ‘Die summa der freijwilligen Opffer beträget fast in die acht Tonnen Goldes.‘ de totaalsom van 8 ton is Bach samenvatting van de getallen genoemd in de tekst. Daar zijn die onderstreept. Heel minutieus heeft Bach – gezien de markeringen – de opsomming van de gaven van het volk voor de inrichting van de tabernakel gevolgd (vanaf v. 24. In 24 en 25 ook onderlijning). De hele tekst heeft Bach blijkbaar erg interessant gevonden. [– voor de liefhebbers: verder onderzoek naar kostbare stoffen, steensoorten, offergaven, specerijsoorten: bijna altijd … gemarkeerd en/of onderstreept.]
  3. Lev. 18:16 ‘Scheinet dem Gesetze (so da ordnete dass ein Bruder seinem verstorbenen Bruder Saamen erwecken solt) contrair zu seijn. usw.‘ Dit gaat over een korte opmerking van Calov na de bijbeltekst. Bach merkt op dat deze tekst ‘in tegenspraak lijkt met de wet’ (= een verwijzing naar Dt. 25:5-10, het leviraatshuwelijk.) De kanttekening reageerd niet zozeer op de tekst zelf, als wel op Calov’s toevoeging dat het verbod op het sex met de vrouw van je broer ook geld ‘na dienst overlijden’. Dat klopt niet, want … de wet op het zwagerhuwelijk (leviraat) schrijft juist voor dat je voor die broer een nakomeling moet verwekken bij diens weduwe. .
  4. Lev. 26:38 ‘1700’ schrijft Bach onder de ‘1600’ van Calov, die dat noemt als het aantal jaren dat wij ‘auff diese Stunde’ na de val van Jeruzalem leven. Calov onderschat, Bach overschat wel erg, tenzij hij hij het heel laat in z’n leven heeft geschreven.

Conclusie

Wil je het exemplaar van Calov’s Bijbelcommentaar ‘ontginnen’, dan moet je gaan lezen in het boek dat Bach las, a.h.w. over zijn schouder meelezen. En dan proberen aan te voelen waarom Bach in dat boek, die uitleg, die overweging… precies dat stuk, of die zin heeft gemarkeerd. De oefening kunt u zelf doen, als u het Engels machtig bent. Hier staan al die 400 passages met markeringen (incl. hun directe tekstuele context).

Noten